Een dag mee met het duikteam: "Je weet nooit wat je onder water aantreft"
Weblogs
We kennen allemaal de verhalen over pakketten cocaïne in containers, tussen de bananen en ananassen. Criminelen proberen via de Nederlandse havens op allerlei manieren drugs ons land binnen te smokkelen. Een minder bekende methode bij het grote publiek is de smokkel onder water. In de rubriek Een dag mee met… gaan we een dag op pad met een van onze collega’s. Deze keer brengen we een bezoek aan het duikteam.
Het Douane duikteam controleert de romp van honderden schepen per jaar in de havens van Vlissingen, Rotterdam, Amsterdam, IJmuiden en zelfs over de grens in België op de smokkel van drugs.
Schip uit Brazilië
Om zeven uur 's ochtends komen de duikers bijeen op ‘de post’, zoals ze het hoofdkwartier van het Douane duikteam noemen. In de loods in de buurt van Rotterdam wordt gekletst en koffie gedronken. Duikploegleider Mike verdeelt de taken. Hij heeft vandaag de leiding over een team van in totaal zes man: vier duikers en twee schippers. Vanuit het Douane Landelijk Tactisch Centrum (DLTC) is de opdracht binnengekomen om een zogenoemde bulkcarrier (een schip dat niet-verpakte stoffen vervoert zoals graan of steenkool) uit Brazilië te controleren in de Rotterdamse haven.
Drie weken eerder is er onder het schip, net voor vertrek uit de haven van Santos, ruim 200 kilo cocaïne ontdekt door de Braziliaanse Douane. “We weten uit ervaring dat er nog wel eens een tas of twee achter blijft. Daarom doen wij nog een extra controle”, legt Mike uit. “Bovendien kunnen er ook nog op andere plekken drugs verstopt zitten.”
Criminelen maken drugs op veel verschillende manieren aan de romp van een schip vast. Ger, de meest ervaren duiker van de groep, heeft al veel methodes voorbij zien komen. “We zien regelmatig buizen of andere objecten die aan de romp van een schip zijn gelast of met magneten of touwen zijn vastgemaakt”, vertelt hij. “Maar de populairste verstopplek blijft toch wel de zeekast.” Dat is een holte in de romp onder de waterlijn, afgesloten door een rooster. Zeewater kan via die opening gebruikt worden om de machinekamer van het schip te koelen.
Blindelings vertrouwen op collega’s
Twee jaar na de oprichting in 2005, komt Ger in het team. Inmiddels duikt hij zelf nog maar een paar keer per maand. Als duikploegleider heeft hij voornamelijk een coördinerende rol. Maar vandaag is hij degene die het water in gaat. “Het duiken zelf blijft fantastisch. Je weet nooit wat je onder water aantreft. Maar ik kan blindelings op mijn collega’s vertrouwen. Ik weet dat ze mijn leven komen redden als ik in de problemen kom, dat is een mooi gevoel.”
Met 180 meter lengte is het schip van vandaag volgens Mike ‘een kleintje’. Onderweg naar de Rotterdamse haven, op een uurtje varen van ‘de post’, bestudeert de duikploegleider tekeningen van het schip. Op welke plekken kan mogelijk smokkelwaar zitten? Welke route kan de duiker het beste afleggen? Door het troebele water in de havens is het zicht vaak minimaal, soms maar 40 centimeter. Daarom is een goede voorbereiding op de route essentieel.
“Duiken onder een vrachtschip, van soms wel 300 meter lang en 40 meter breed, is voor beginnende duikers heel spannend,” vertelt Ger. “Het besef dat je niet zomaar vrij naar het oppervlakte kan, daar moet je echt aan wennen. Bovendien worden geluiden onder water versterkt waardoor ze heel dichtbij lijken te komen. Een passerend schip of een lossende containerkraan kan al heel hard binnenkomen.”
Familiegevoel binnen het team
Een van die beginnende duikers is de twintiger Thijs. Anderhalf jaar geleden begon hij met een interne opleiding binnen het duikteam. Inmiddels draait hij al een tijdje volwaardig mee. “Toen ik hier begon, voelde het gelijk als familie. We zijn een hele hechte groep. Dat is ook wel belangrijk want je brengt veel tijd met elkaar door.” Bij de duik van vandaag is Thijs lijnhouder en reserveduiker. Dat betekent dat hij verantwoordelijk is voor de umbilical, letterlijk vertaald: navelstreng. Een 120 meter lange kabel waar de duiker aan vast zit. Ook zal hij het water ingaan als Ger in een noodsituatie terecht komt.
Contact met bemanning van schip
Voordat de controle kan beginnen moeten er nog heel wat veiligheidsmaatregelen genomen worden. Duiken bij een vrachtschip brengt gevaren met zich mee. Bij de zeekasten bijvoorbeeld, kan een duiker dwars door het afsluitrooster gezogen worden. Daarom is het belangrijk dat de kapitein van het schip goede instructies krijgt.
De bemanning reageert wat stug als drie douaniers het schip betreden. Samen met de kapitein en een tolk neemt Mike een checklist door. Alle motoren en pompen moeten worden uitgeschakeld voor de veiligheid van de duikers. Tijdens de duik blijft twee man van de Douane aan boord, een op de brug (de ruimte waaruit het schip bestuurd wordt) en een in de machinekamer. In dit geval zijn dat een schipper en een stand-by duiker.
Communicatie met duiker
Intussen bereidt Ger samen met Thijs zijn controle voor. Op het dek van het douaneschip verschijnt een grote koffer waarop persluchtcilinders en een communicatiesysteem worden aangesloten. Ger gebruikt voor de duik de zogenoemde SSE-uitrusting (Surface Supplied Equipment). Daarbij wordt zijn luchtvoorraad via de umbilical aan de oppervlakte geregeld. Ook de communicatie loopt via die kabel. Voor noodsituaties heeft hij een extra persluchtfles op zijn rug.
Geen drugs, wel goed zicht
Na een laatste lektest (een laatste controle op lekkages in de duikapparatuur) kan de duik dan eindelijk beginnen. Als de duikersvlag (een waarschuwingsvlag die er voor zorgt dat passerende schepen vaart minderen) wappert, plonst Ger met een sprongetje het water in. Via een speaker op het dek hoort het team hoe Ger beschrijft wat hij tegenkomt. Zo nu en dan volgt er kort overleg met Mike maar veel woorden hebben ze niet nodig. Na drie kwartier zit de duik erop. Deze keer zijn er geen drugs aangetroffen. “Maar het zicht was geweldig, zeker vier meter”, zegt Ger terwijl hij uithijgt op het dek.
Vorig jaar onderschepte het team in totaal tien partijen cocaïne van gemiddeld circa 200 kilo. “Dat zijn geen enorme aantallen”, weet Ger ook. “Maar dat zou ook juist kunnen komen doordat we in Nederland al bijna 20 jaar naar drugs duiken. Criminelen weten ook dat Nederland als een van de weinige landen een duikteam heeft.”
24 uur per dag
Terug op ‘de post’ stelt Mike een duikverslag op. Ger en Thijs spoelen de duikkleding schoon en hangen de persluchtflessen aan de compressor. Maar of de werkdag er ook echt op zit, is altijd maar de vraag. Ger: “We kunnen altijd een spoedopdracht binnenkrijgen. Dan begint het hele feest weer opnieuw. We staan 24 uur per dag klaar. Maar duiken is onze passie, we doen het graag.”
De namen van de duikers zijn gefingeerd.
Meer weblogberichten
Reactie toevoegen
U kunt hier een reactie plaatsen. Ongepaste reacties worden niet geplaatst. Uw reactie mag maximaal 2000 karakters tellen.
Reacties
-
Dank voor het delen van jullie indrukken. Ben zelf ook in mijn vrije tijd een duiker, weliswaar niet zo ervaren als jullie(heb mijn brevet tot en met PADI rescue). Verder heb ik als overeenkomst dat ik als Indirect Tax manager bij BASF veel te maken heb met weliswaar veilig vanachter mijn bureau met Douane zaken zoals vergunningen, inspecties, AEO etc. Nogmaals dank voor deze mooie inkijk in jullie wereld, wat inderdaad handhaving is hard nodig!